donderdag 22 november 2007

Jaap de Hoop Scheffer en Senlis Council kunnen niet door 1 deur

Jaap de Hoop Scheffer, de secretaris-generaal van de NAVO, heeft donderdag het pessimistische rapport over de stand van zaken in Afghanistan “onrealistisch” genoemd.
De Hoop Scheffer versus Senlis Council

woensdag 21 november 2007

“De Taliban zijn aan de winnende hand in Afghanistan”

Woensdag werd er een rapport gepresenteerd van de Senlis Council over de situatie in Afghanistan. Die is “alarmerend”. Ongeveer gelijktijdig verscheen er een rapport van OXFAM. De hulpverlening aan het land deugt niet.

“De Taliban zijn aan de winnende hand. Ze hebben meer dan de helft van Zuid-Afghanistan in hun macht. Het is niet de vraag óf de opstandelingen binnenkort in de hoofdstad Kabul staan, maar wannéér.” Zo citeert het Algemeen Dagblad uit het 110 pagina’s tellende Senlis-verslag.

Het rapport van de Senlis Council werd woensdag in Londen gepresenteerd. De onafhankelijke denktank is als een van de weinige niet-gouvernementele organisaties nog actief in Afghanistan.

De Taliban zijn aan een alarmerende opmars bezig.

In sommige delen van het land zijn de Taliban in feite de enige en onbedreigde autoriteit, met vergaande controle over zaken als infrastructuur, de lokale economie en de burgers. Dat is de conclusie van het rapport, dat al veel opzien heeft gebaard.

De Council zegt zelf over het verslag "Stumbling into chaos: Afghanistan on the brink" dat het een “treurig rapport” is over Afghanistan.

Maar de berichten die uit Afghanistan komen, dit jaar zijn er al meer dan 6.000 doden gevallen in de oorlog, zijn ook allerminst opwekkend.

Onder de doden zijn 1.200 burgers en de helft daarvan is gevallen door toedoen van het Afghaanse leger en de buitenlandse militairen.

De medewerkers signaleren in het onderzoek dat de regeringstroepen slecht zijn opgewassen tegen de rebellen. Die kunnen terrein winnen, waarna de internationale veiligheidsmacht ISAF de Taliban weer moet verdrijven.

“De vijand kan in deze uitputtingsslag eindeloos hergroeperen en beschikt over een oneindige toestroom van rekruten,” aldus de onderzoekers. De Taliban naderen steeds dichter de hoofdstad Kabul.

De Taliban beheerst de helft van de zuidelijke provincies Kandahar en Helmand. In Uruzgan zou de regering van Afghanistan slechts de controle hebben over 10 procent van de provincie, in Tarin Kowt en enkele districtscentra.

De Taliban is in Afghanistan in 54% van het land permanent aanwezig, aldus het verslag.

De militanten hebben goed gekeken naar de situatie in Irak en ze worden steeds doeltreffender met hun guerrilla-tactieken, met bermbommen en zelfmoordaanslagen.

De nog altijd slecht gecontroleerde grens tussen Afghanistan en Pakistan zorgt bovendien nog steeds voor een constante stroom van nieuwe rekruten die door de ideologie van Al-Qaida zijn geïnspireerd.

Wederopbouw
De internationale denktank constateert dat van wederopbouw weinig terechtkomt. De internationale gemeenschap pompt veel geld in Afghanistan, maar daarvan komt te weinig terecht bij projecten.

Deze constatering komt dus overeen met wat Nederlandse militairen verklaren: “We zijn voornamelijk bezig met patrouille lopen en vechten."

Het effect van deze inspanningen op de bevolking is te beperkt om haar de zijde van de regering te laten kiezen, aldus de Senlis Council.

Vorig jaar voorspelden ze dat de Taliban aan kracht zouden winnen. Die voorspelling kwam uit. Zo schrompelde de “inktvlek”, waarmee Nederland zijn invloed in Uruzgan uitdrukt, rond de basis in Deh Rawod ineen tot drie kilometer.

Tot deze zomer hadden Nederlandse troepen het gebied nog onder controle. Ook in Tarin Kowt en omgeving is het volgens Defensie onveiliger geworden. Ondanks deze ontwikkelingen hebben politici en generaals bij herhaling uitgedragen dat ze tevreden zijn met de geboekte resultaten.

Conclusies
Het aantal buitenlandse militairen moet volgens de Senlis-groep zo snel mogelijk worden verdubbeld tot zeker 80.000 militairen. Daarbij moeten ook moslimlanden troepen leveren. Dit wordt een zogeheten "NAVO-Plus-troepenmacht" genoemd.

Restrictieve mandaten, zoals die van Frankrijk en Duitsland, die onder meer gevechtshandelingen in Afghanistan verbieden, kunnen volgens Senlis niet langer.

Over dit punt kan geen verschil van mening bestaan met de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Nederland die hier binnen NAVO-verband al een hele tijd op aandringen.

De ISAF-militairen moeten daarnaast een grotere rol krijgen in de bescherming van hulporganisaties en bij het verdelen van hulpgoederen.

Alle NAVO-landen moeten in de ogen van Senlis verplicht troepen leveren.

De organisatie noemt Nederland als een toonaangevend land. De denktank rekende uit dat Den Haag momenteel 2,3 soldaat levert per miljard dollar aan bruto binnenlands product.

Zo’n bijdrage in verhouding tot economische activiteit zou een mooie formule zijn voor andere naties, vindt Senlis. De organisatie roept Nederland op om in Uruzgan te blijven.

Reactie
Nederland is het niet met de conclusies van de Senlis Council eens. De NOS meldt dat volgens het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken de ISAF en het Afghaanse leger de Taliban juist in het nauw drijft.

Een woordvoerder zegt “dat we er pas een half jaar zitten en er voor het eerst een vorm van bestuur is”. Bovendien probeert Nederland de Taliban niet te verslaan, maar irrelevant te maken.

Nederland vindt het verder van belang dat er meer aandacht komt voor veiligheid en ontwikkeling in het zuiden, niet alleen van de NAVO, maar ook van de Verenigde Naties.

De NAVO laat in een reactie vanuit Brussel weten zich eveneens niet te kunnen vinden in het alarmerend rapport. Uit opiniepeilingen blijkt dat de Afghanen zelf juist steeds meer vertrouwen hebben in de toekomst van hun land, aldus bronnen binnen de NAVO.

Volgens de NAVO is de analyse "te eenzijdig en te negatief". Het verdubbelen van de ISAF-troepenmacht naar 80.000 militairen is volgens de ISAF-commandanten in Afghanistan niet nodig. Zo citeert de Telegraaf het bondgenootschap, hoewel de Duitse top-generaal Bruno Kasdorf deze zomer aangaf graag over 800.000 soldaten te beschikken.

Al eerder zag de NAVO geen heil in het idee van de Senlis om de papaverproductie aan te wenden voor medicinale doeleinden, waarover het Europees Parlement wel weer enthousiast is. De NAVO ziet het liefst de papavervelden zo gauw mogelijk verdwijnen.

De Senlis Council roept Nederland op zich openlijk te verzetten tegen de papaververnietiging in het land, zeker als het gaat om besproeiing met chemicaliën wat de Amerikanen voorstaan.

In Groot-Brittannië is juist ook een rapport verschenen van Britse parlementariërs, van al de partijen, waarin ze volgens de BBC hun bezorgdheid uiten over de voortgang in Afghanistan.

OXFAM en Senlis
Ongeveer gelijktijdig is er een rapporage verschenen van de hulporganisatie OXFAM over de hulpverlening aan Afghanistan.

Volgens de Britse krant The Guardian zijn er twee belangrijke punten waarin de rapportages van OXFAM en de Senlis Council verschillen.

Daar waar de Senlis Council graag ziet dat de provinciale recontructie teams van de NAVO een grotere rol gaan spelen bij de verstrekking van hulp, ziet OXFAM graag dat de militairen zich beperken tot het waarborgen van de veiligheid.

Dit laatste was ook de mening van de hulporganisaties HealthNet en Artsen zonder Grenzen.

En waar de Council zegt dat de opiumproductie aangewend moet worden door de internationale gemeenschap voor het op legale wijze produceren van medicijnen, argumenteert OXFAM dat een project als dit niet mogelijk is onder de huidige situatie.

Wat betreft het verstrekken van hulp hebben Nederlandse militairen de afgelopen tijd duidelijk aangegeven dat ze daar vrijwel niet aan toe komen doordat ze steeds moeten vechten.

De Verenigde Naties en het Rode Kruis van Afghanistan hebben gezegd dat er veel mensen in nood verkeren in het land, maar dat de hulpgoederen niet bij de mensen terechtkomen vanwege de onveilige situatie.

Niet alleen onder de bondgenoten van de NAVO heerst dus verdeeldheid, maar ook onder de hulporganisaties die actief zijn in Afghanistan, en tussen enerzijds de hulporganisaties en de NAVO over een goed plan van aanpak wat betreft de hulpvraagstelling. Dat is ondertussen wel duidelijk.

De Verenigde Naties hebben deze week gemeld dat Afghanistan van het zesde armste land op de wereld het vijfde armste land is geworden.

Zie ook:
OXFAM heeft kritiek op USAID